Een nieuwe huisgenoot, zoals een baby of een ander huisdier. Hoe herken je jaloezie bij je hond? Waarom worden honden eigenlijk jaloers? En vooral, wat kun je eraan doen?

Honden kunnen jaloezie ervaren wanneer ze denken dat hun band met het gezin, hun “roedel”, bedreigd wordt. Een nieuwe baby of een tweede hond zien ze vaak als een ‘indringer’, iemand die de aandacht van hun baasje kan wegkapen, waardoor ze zich tekortgedaan voelen.

Hoe herken je jaloers gedrag bij je hond?

Honden uiten hun jaloezie op verschillende manieren: ze kunnen grommen, proberen de indringer te bijten of proberen heel hard de aandacht van hun baasje te trekken, bijvoorbeeld door met een speeltje aan te komen of tegen je op te springen. Sommige honden proberen de nieuwkomer te vermijden.

Duidelijke tekenen van jaloezie zijn onder andere: aanhoudend blaffen, plotseling in huis plassen (dit doen ze om hun territorium af te bakenen of om aandacht te vragen), spullen vernielen, agressief gedrag, vooral tegenover de nieuwkomer. Andere signalen kunnen zijn: janken, compulsief likken, niet willen eten of juist te veel eten, huilen.

Wat kun je doen om jaloezie bij je hond te verminderen?

Enkele tips:

  1. Geef je hond voldoende aandacht. Hoewel een nieuwe baby of huisdier veel van je tijd vraagt, is het belangrijk om je trouwe viervoeter niet te vergeten. Zelfs een paar minuten extra aandacht per dag kan een groot verschil maken.
  2. Introduceer je hond rustig aan het nieuwe gezinslid. Neem even de tijd om met je hond te spelen voordat je hem voorzichtig aan de nieuwkomer voorstelt. Doe dit op een zachte en vriendelijke manier en let goed op de reactie van je hond.
  3. Geef beloningen. Als je thuiskomt of net veel tijd hebt doorgebracht met de ‘indringer’, geef je hond dan een lekker hapje of een nieuw speeltje om te laten zien dat je nog steeds om hem geeft.

Preventie is de sleutel

De beste manier om jaloezie bij honden te voorkomen, is door ze al op jonge leeftijd goed te socialiseren. Of het nu in een park of thuis is, honden moeten leren dat de aanwezigheid van een ander dier hun band met jou niet verandert.